Een wijs man is er twee waard ...

Dit zijn de meest voorkomende overtredingen die in 2021 zijn vastgesteld:

• Geen houder van een identiteitskaart (art. 76 van de wet van 2 oktober 2017).

113 personen werden beboet omdat zij werkzaam waren in bestuur, ontwerp of installatie en onderhoud zonder in het bezit te zijn van een identificatiekaart. Dit geldt voor personen die voor zowel vergunde als niet-vergunde bedrijven hebben gewerkt. Ook 28 erkende bedrijven, die verantwoordelijk zijn voor hun personeel, kregen hiervoor een boete.

Je dient verlopen identiteitskaarten (na 5 jaar of in geval van opzegging) binnen 14 dagen in te leveren bij de dienst private veiligheid. Verloren of gestolen identificatie kaarten moeten ook worden gemeld.

Wat wij doen: wij, de vergunde bedrijven, zijn de ambassadeurs van het beroep. Gebruik je identificatiekaart en toon die spontaan aan je klant. Dit zal de klant bewust maken van het bestaan van deze identificatie kaart en uiteindelijk helpen om niet vergunde installateurs aan te geven bij de autoriteiten. Zo kunnen de autoriteiten hun controles nog beter toespitsen.

Vergeet niet uw verlopen of geschrapte identificatiekaarten in te leveren. Iemand die het bedrijf verlaat, moet zijn identiteitskaart inleveren. Indien u moeilijkheden ondervindt bij het verkrijgen van een identificatiekaart, neem dan onmiddellijk contact op met de dienst controle private veiligheid

• Geen houder van een identiteitskaart (art. 76 van de wet van 2 oktober 2017).

70 bedrijven werden beboet omdat ze geen vergunning hadden als alarm- of camerasysteembedrijf. Sommigen hadden helemaal geen vergunning, maar een veelgemaakte fout is dat men alleen een vergunning heeft voor alarmsystemen en niet voor camerasystemen.

Let op! als je alleen bevoegd bent voor alarmsystemen en je installeert ook camera systemen, moet je bedrijf ook het nodige doen om vergund te zijn voor camera systemen! De eindgebruiker kan ook worden beboet als hij een alarmsysteem of camerasysteem laat installeren door een niet vergund bedrijf (art. 17).